Niederländisch » Deutsch

dump·goe·de·ren SUBST

dumpgoederen Pl → dump

Siehe auch: dump

dump <dump|s> [dʏmp] SUBST m

1. dump (depot):

2. dump (goederen):

poe·de·ren <poederde, h. gepoederd> [pudərə(n)] VERB trans

1. poederen (met poeder bestrooien):

2. poederen (met sneeuw inwrijven):

hulp·ge·roep [hʏlpxərup] SUBST nt geen Pl

hulp·toe·stel <hulptoestel|len> [hʏləptustɛl] SUBST nt

voe·de·ren <voederde, h. gevoederd> [vudərə(n)] VERB trans


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski