Übersetzungen für „kerkrentmeester“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

rent·mees·ter <rentmeester|s> [rɛntmestər] SUBST m

1. rentmeester (iem die een goed beheert):

rentmeester

Gutsverwalter m

2. rentmeester (administrateur):

rentmeester

Vermögensverwalter m

hek·sen·mees·ter <heksenmeester|s> [hɛksəmestər] SUBST m

heksenmeester

Hexenmeister m

heksenmeester übtr

Tausendkünstler m ugs scherzh

kerk·ge·meen·te <kerkgemeente|n, kerkgemeente|s> [kɛrəkxəmentə] SUBST f

kerkgemeente

Kirchengemeinde f

ce·re·mo·nie·mees·ter <ceremoniemeester|s> [serəmonimestər] SUBST m

ceremoniemeester

Zeremonienmeister m

kerk·gang·ster SUBST f

kerkgangster weibliche Form von kerkganger

Siehe auch: kerkganger

kerk·gan·ger <kerkganger|s> [kɛrkxɑŋər] SUBST m

kerkganger

Kirchgänger m

con·cert·mees·ter <concertmeester|s> [kɔnsɛrtmestər] SUBST m

concertmeester

Konzertmeister m

bur·ge·mees·ter <burgemeester|s> [bʏrɣəmestər] SUBST m

burgemeester

Bürgermeister m

burgemeester en wethouders

≈ der Magistrat

burgemeester en schepenen belg

≈ der Magistrat

leer·mees·ter <leermeester|s> [lermestər] SUBST m

leermeester

Lehrer m

leermeester form

Lehrmeister m

ha·ven·mees·ter <havenmeester|s> [havə(n)mestər] SUBST m

havenmeester

Hafenmeister m

pen·ning·mees·ter <penningmeester|s> [pɛnɪŋmestər] SUBST m

penningmeester

Kassenwart m

penningmeester

Schatzmeister m

wacht·mees·ter <wachtmeester|s> [wɑxtmestər] SUBST m

1. wachtmeester gesch.:

wachtmeester

Wachtmeister m

de wachtmeester 1e klasse

der Stabsunteroffizier

2. wachtmeester (rijkspolitie):

wachtmeester

Wachtmeister m

de wachtmeester 1e klasse

der Oberwachtmeister

dijk·mees·ter <dijkmeester|s> [dɛɪkmestər] SUBST m

dijkmeester

Deichaufseher m

char·ter·mees·ter <chartermeester|s> [ʃɑrtərmestər] SUBST m

1. chartermeester (ambtenaar):

chartermeester

Archivbeamte(r) m

2. chartermeester (adjunct-archivaris):

chartermeester

stellvertretende(r) Archivar m