Übersetzungen für „nachtkijker“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

nacht·wa·ker <nachtwaker|s> [nɑxtwakər] SUBST m

nachtwaker

Nachtwächter m

nacht·bra·ker <nachtbraker|s> [nɑxtbrakər] SUBST m

1. nachtbraker:

nachtbraker (iem die 's nachts uitgaat)

Nachtschwärmer m

nachtbraker (nachtvogel)

Nachtmensch m

2. nachtbraker (iem die 's nachts (door)werkt):

nachtbraker

Nachtarbeiter m

nacht·dier <nachtdier|en> [nɑɣdir] SUBST nt

nachtdier

Nachttier nt

pot·kij·ker SUBST m

potkijker → pottenkijker

Siehe auch: pottenkijker

pot·ten·kij·ker <pottenkijker|s> [pɔtə(n)kɛikər] SUBST m (toeschouwer)

pottenkijker

Topfgucker m scherzh

zwart·kij·ker <zwartkijker|s> [zwɑrtkɛikər] SUBST m

zwartkijker

Schwarzseher m

nach·te·lijk [nɑxtələk] ADJ

nachtelijk

nächtlich

nacht·kus <nachtkus|sen> [nɑxtkʏs] SUBST m

nachtkus

Gutenachtkuss m

nacht·kluis <nacht|kluizen> [nɑxtklœys] SUBST f

nachtkluis

Nachttresor m

ver·re·kij·ker <verrekijker|s> [vɛrəkɛikər] SUBST m

verrekijker (enkel)

Fernrohr nt

verrekijker (dubbel)

Fernglas nt

strij·ker <strijker|s> [strɛɪkər] SUBST m

1. strijker (musicus):

strijker

Streicher m

2. strijker (genezer):

strijker

Magnetiseur m

nacht·werk [nɑxtwɛrk] SUBST nt geen Pl

nachtwerk

Nachtarbeit f

de toeslag voor nachtwerk

der Nachtzuschlag

nacht·zoen SUBST m

nachtzoen → nachtkus

Siehe auch: nachtkus

nacht·kus <nachtkus|sen> [nɑxtkʏs] SUBST m

nachtkus

Gutenachtkuss m