Übersetzungen für „oogkwaal“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

maag·kwaal <maag|kwalen> [maxkwal] SUBST f

maagkwaal

Magenbeschwerden Pl

kwaal <kwalen> [kwal] SUBST f

1. kwaal:

kwaal

Krankheit f

kwaal (ziekte)

Leiden nt

kwaal (ziekte)

Übel nt form

kwaal (ziekte)

Gebrechen nt form

een ongeneeslijke kwaal

ein unheilbares Leiden

2. kwaal (onvolkomenheid):

kwaal

Fehler m

kwaal

Laster nt

hart·kwaal <hart|kwalen> [hɑrtkwal] SUBST f

hartkwaal

Herzkrankheit f

oog·klep <oogklep|pen> [oxklɛp] SUBST f

oogklep

Augenklappe f

oogklep (voor paarden) ook übtr

Scheuklappe f

oogkleppen voor hebben übtr

Scheuklappen haben [o. tragen]

oog·wenk <oogwenk|en> [oxwɛŋk] SUBST m

1. oogwenk (ogenblik):

oogwenk

Augenblick m

in een oogwenk

im Nu

2. oogwenk (snelle blik):

oogwenk

Wink m mit den Augen

iem een oogwenk geven

jdm einen Wink mit den Augen geben

oog·ap·pel <oogappel|s> [oxɑpəl] SUBST m

1. oogappel (lieveling):

oogappel

Augenstern m

2. oogappel (oogbol):

oogappel

Augapfel m