Niederländisch » Deutsch

re·gen·tijd <regentijd|en> [reɣə(n)tɛɪt] SUBST m

ploe·gen·stel·sel <ploegenstelsel|s> [pluɣə(n)stɛlsəl] SUBST nt

ploeg·lei·der <ploegleider|s> [pluxlɛidər] SUBST m

ploe·gen <ploegde, h. geploegd> [pluɣə(n)] VERB trans

ei·gen·tijds <eigentijdse, meer eigentijds, meest eigentijds> [ɛiɣə(n)tɛits] ADJ

tijd·rit <tijdrit|ten> [tɛitrɪt] SUBST m SPORT

groen·tijd [ɣruntɛit] SUBST m geen Pl (ontgroeningstijd)


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski