Übersetzungen für „primauteit“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

pri·mi·ˈtiv [primiˈtiːf] ADJ a. abw (geistig tief stehend, simpel, elementar)

primitiv

primitief

Pri·ˈmat¹ <Primaten, Primaten> [priˈmaːt] SUBST m BIO

Primat

primaat nt

ˈpri·ma [ˈpriːma] ADJ inv

1. prima WIRTSCH (erstklassig):

prima

prima

prima

eersteklas

2. prima ugs (ausgezeichnet, hervorragend):

prima

prima

prima

prachtig

prima

uitstekend

ein prima Kerl

een fijne vent

ˈKai·mau·er SUBST f

Kaimauer

kademuur

Kaimauer

kaaimuur

Gri·ˈmas·se <Grimasse, Grimassen> [griˈmasə] SUBST f

Grimasse

grimas

Grimasse

grijns

Grimassen machen [o. schneiden ] [o. ziehen ]

grimassen maken

Grimassen machen [o. schneiden ] [o. ziehen ]

bekken trekken

Grimassen machen [o. schneiden ] [o. ziehen ]

(gekke [o. lelijke] ) gezichten trekken

pri·ˈvat [priˈvaːt] ADJ

1. privat (persönlich):

privat

privé

privat

persoonlijk

private Angelegenheiten

privéaangelegenheden

2. privat (vertraut):

privat

privé

privat

vertrouwd

im privaten Kreis

in de privésfeer [o. familiekring]

3. privat (nicht geschäftlich):

privat FIN, MED

privé

privat FIN, MED

privaat

privat FIN, MED

particulier

Gäste privat unterbringen

gasten bij particulieren onderbrengen

4. privat (nicht öffentlich):

privat

privé

privat

niet openbaar

eine private Vorstellung

een besloten voorstelling

ˈFrei·mau·rer SUBST m

Freimaurer

vrijmetselaar