Niederländisch » Deutsch

spaan·der·plaat SUBST f

spaanderplaat → spaanplaat

Siehe auch: spaanplaat

spaan·plaat <spaan|platen> [spamplat] SUBST f

spaar·der <spaarder|s> [spardər] SUBST m

prijs·lijst <prijslijst|en> [prɛislɛist] SUBST f

woor·den·lijst <woordenlijst|en> [wordə(n)lɛist] SUBST f

spaar·duit·je SUBST nt

spaarduitje → spaargeld

Siehe auch: spaargeld

spaar·geld <spaargeld|en> [sparɣɛlt] SUBST nt

was·lijst <waslijst|en> [wɑslɛist] SUBST f

1. waslijst (wasgoed):

spaar·geld <spaargeld|en> [sparɣɛlt] SUBST nt

spaar·pen·ning SUBST m

spaarpenning → spaargeld

Siehe auch: spaargeld

spaar·geld <spaargeld|en> [sparɣɛlt] SUBST nt

deur·lijst SUBST f

deurlijst → deurkozijn

Siehe auch: deurkozijn

deur·ko·zijn <deurkozijn|en> [dørkozɛɪn] SUBST nt

naam·lijst <naamlijst|en> [namlɛɪst] SUBST f

car·ga·lijst <cargalijst|en> [kɑrɣalɛɪst] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski