Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „verklaren“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ver·kla·ren1 <verklaarde, h. verklaard> [vərklarə(n)] VERB trans

1. verklaren:

verklaren (uitleggen)
verklaren (uitleggen)
verklaren (toelichten)
ik kan het niet verklaren
ik kan het niet verklaren (ik begrijp er niets van)
een tekst verklaren

2. verklaren (plechtig uitspreken):

verklaren
iem gezond/schuldig verklaren
iem heilig verklaren
iem zijn liefde/de oorlog verklaren
onder ede verklaren
ongeldig verklaren

ver·kla·ren2 <verklaarde zich, h. zich verklaard> [vərklarə(n)] VERB wk ww

verklaren zich verklaren (zijn mening te kennen geven):

verklaren
zich nader verklaren
Deutsch » Niederländisch

Übersetzungen für „verklaren“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ver·ˈklä·ren1 [fɛɐ̯ˈklɛːrən] VERB trans

1. verklären REL:

ver·ˈklä·ren2 [fɛɐ̯ˈklɛːrən] VERB refl

1. verklären:

2. verklären:


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski