Übersetzungen für „vervijfvoudigd“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ver·vier·vou·di·gen <verviervoudigde, h. verviervoudigd> [vərvirvɑudəɣə(n)] VERB trans

verviervoudigen

vervierfachen

ver·tien·vou·di·gen <vertienvoudigde, h. vertienvoudigd> [vərtinvɑudəɣə(n)] VERB trans

vertienvoudigen

verzehnfachen

ver·drie·vou·di·gen¹ <verdrievoudigde, h. verdrievoudigd> [vərdrivɑudəɣə(n)] VERB trans (driemaal zo groot maken)

verdrievoudigen

verdreifachen

ver·een·vou·di·gen <vereenvoudigde, h. vereenvoudigd> [vərenvɑudəɣə(n)] VERB trans

vereenvoudigen

vereinfachen

vier·vou·dig [virvɑudəx] ADJ

viervoudig

vierfach

ver·za·digd [vərzadəxt] ADJ

1. verzadigd (genoeg gegeten hebbend):

verzadigd

satt

eten tot men verzadigd is

sich satt essen

2. verzadigd (alles opgenomen hebbend) ook scheik.:

verzadigd

gesättigt

een verzadigde markt

ein gesättigter Markt

ver·schul·digd [vərsxʏldəxt] ADJ

verschuldigd

schuldig

hoeveel ben ik u verschuldigd?

wie viel bin ich Ihnen schuldig?

iem veel verschuldigd zijn

jdm zu großem Dank verpflichtet sein

iem geld verschuldigd zijn

jdm Geld schulden

ver·ont·waar·digd <verontwaardigde, verontwaardigder, verontwaardigdst> [vərɔntwardəxt] ADJ

verontwaardigd

empört

verontwaardigd

entrüstet

verontwaardigd zijn over iets

über etw Akk entrüstet sein

meer·vou·dig [mervɑudəx] ADJ

1. meervoudig (wat in meer dan een deel, vorm bestaat):

meervoudig

mehrfach

de meervoudige kamer jur.

die (mit mehreren Richtern besetzte) Kammer

meervoudig onverzadigde vetzuren

mehrfach ungesättigte Fettsäuren

2. meervoudig taalk.:

meervoudig

pluralisch

een·vou·dig² [envɑudəx] ADV (zonder meer)

eenvoudig

einfach

eenvoudig

schlechthin

het is eenvoudig onzin

das ist einfach Unsinn