Übersetzungen für „wietkwekerij“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

kwe·ke·rij <kwekerij|en> [kwekərɛi] SUBST f

1. kwekerij (aanplant):

kwekerij

Anbau m

kwekerij dierk., plantk.

Züchtung f

kwekerij dierk., plantk.

Zucht f

2. kwekerij:

kwekerij (plaats, bedrijf: tuinbouw)

Gartenbaubetrieb m

kwekerij (plaats, bedrijf: tuinbouw)

Gärtnereibetrieb m

kwekerij (plaats, bedrijf: tuinbouw)

Gärtnerei f

kwekerij (plaats, bedrijf: dieren)

Zuchtstätte f

kwekerij (plaats, bedrijf: dieren)

Zuchtbetrieb m

groente uit eigen kwekerij

Gemüse aus eigenem Anbau

boom·kwe·ke·rij <boomkwekerij|en> [bomkwekərɛi] SUBST f

1. boomkwekerij (kunst, bedrijf):

boomkwekerij

Baumzucht f

2. boomkwekerij (zaak):

boomkwekerij

Baumschule f

gie·te·rij <gieterij|en> [ɣitərɛi] SUBST f (bedrijf, werkplaats)

gieterij

Gießerei f

gieterij

Gießhütte f

boe·ke·rij <boekerij|en> [bukərɛi] SUBST f

boekerij

Bücherei f

boekerij

Bibliothek f

groot·spre·ke·rij SUBST f

grootsprekerij → grootspraak

Siehe auch: grootspraak

groot·spraak [ɣrotsprak] SUBST f geen Pl

1. grootspraak (opschepperij):

grootspraak

Prahlerei f abw

grootspraak

Angeberei f ugs

2. grootspraak (overdrijving):

grootspraak

Übertreibung f

kwaad·spre·ke·rij <kwaadsprekerij|en> [kwatsprekərɛi] SUBST f

kwaadsprekerij

Verleumdung f

kwaadsprekerij

üble Nachrede f

kwaadsprekerij (roddel)

Klatsch m

bak·ke·rij <bakkerij|en> [bɑkərɛi] SUBST f

1. bakkerij (plaats):

bakkerij

Bäckerei f

bakkerij

Backstube f

2. bakkerij (vak):

bakkerij

Bäckerei f

bakkerij

Bäckerhandwerk nt

fok·ke·rij <fokkerij|en> [fɔkərɛi] SUBST f

1. fokkerij (het opfokken):

fokkerij

Zucht f

2. fokkerij (bedrijf):

fokkerij

Zuchtbetrieb m

mel·ke·rij <melkerij|en> [mɛlkərɛi] SUBST f

melkerij

Milchwirtschaft f

druk·ke·rij <drukkerij|en> [drʏkərɛi] SUBST f

drukkerij

Druckerei f

ban·ket·bak·ke·rij <banketbakkerij|en> [bɑŋkɛdbɑkərɛi] SUBST f

banketbakkerij

Konditorei f

boom·kwe·ker <boomkweker|s> [bomkwekər] SUBST m

boomkweker

Baumgärtner m

bloem·kwe·ker <bloemkweker|s> [blumkwekər] SUBST m

bloemkweker

Blumenzüchter m