Übersetzungen für „Hoogduitse“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

Hoog·duits [hoɣdœyts] ADJ

Hoogduits

hochdeutsch

het Hoogduits

das Hochdeutsche

hoog·drin·gend [hoɣdrɪŋənt] ADJ belg

hoogdringend

(sehr) dringend

hoogdringend

von großer Dringlichkeit

hoogdringend (minder vaak)

vordringlich

hoogdringend (niet uit te stellen)

unaufschiebbar

hoog·slui·tend [hoxslœytənt] ADJ

hoogsluitend

hochgeschlossen

Oost-Duit·se <Oost-Duitse|n> [osdœytsə] SUBST f

Oost-Duitse weibliche Form von Oost-Duitser

Siehe auch: Oost-Duitser

Oost-Duit·ser <Oost-Duitser|s> [ozdœytsər] SUBST m

Oost-Duitser

Ostdeutsche(r) m

Oost-Duitser

Ossi m scherzh

Oost-Duitser (staatkundig van 1949-1990)

Bürger m der DDR

Mid·del·hoog·duits [mɪdəlhoɣdœyts] ADJ

Middelhoogduits

mittelhochdeutsch

het Middelhoogduits

das Mittelhochdeutsche