Niederländisch » Deutsch

bij·een·komst <bijeenkomst|en> [bɛieŋkɔmst] SUBST f

2. bijeenkomst (bijeengekomen personen):

3. bijeenkomst (ontmoeting):

Treffen nt
Treff m ugs

rib·ben·kast [rɪbə(n)kɑst] SUBST f geen Pl

boe·ken·kast <boekenkast|en> [bukə(n)kɑst] SUBST f

lin·nen·kast <linnenkast|en> [lɪnə(n)kɑst] SUBST f

bij·en·korf <bijen|korven> [bɛiə(n)kɔrf] SUBST m

kle·ren·kast SUBST f

klerenkast → kleerkast

Siehe auch: kleerkast

kleer·kast <kleerkast|en> [klerkɑst] SUBST f

pop·pen·kast <poppenkast|en> [pɔpə(n)kɑst] SUBST f

1. poppenkast (poppenspel):

2. poppenkast (overdreven vertoning):

Theater nt

keu·ken·kast <keukenkast|en> [køkə(n)kɑst] SUBST f (muurkast)

bij·en·volk <bijenvolk|en> [bɛiə(n)vɔlk] SUBST nt

bij·ef·fect <bijeffect|en> [bɛɪɛfɛkt] SUBST nt

koel·kast <koelkast|en> [kulkɑst] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski