Übersetzungen für „bijna“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

bij·na [bɛina] ADV

bijna

fast

bijna

beinahe

bij·na-bot·sing <bijna-botsing|en> SUBST f

bijna-botsing

Beinahezusammenstoß m

bij·na-dood·er·va·ring <bijna-doodervaring|en> [bɛɪnadotɛrvarɪŋ] SUBST f

bijna-doodervaring

Nahtoderlebnis nt

Beispielsätze für bijna

bijna nooit

fast nie

de verf gaat er bijna af

die Farbe geht fast ab

hij stikte bijna in zijn woorden übtr

er verhaspelte sich

thee wordt bijna niet meer los verkocht

Tee wird kaum noch lose verkauft

bijna geen kleren aan zijn lijf hebben

kaum ein Hemd auf dem Leibe haben

in deze wijk woont bijna allemaal import

in diesem Viertel wohnen fast ausschließlich Zugezogene

die problemen zijn bijna niet op te lossen

diese Probleme sind kaum zu bewältigen

de boeken, waarbij enkele nog bijna nieuwe exemplaren waren

die Bücher, unter denen einige noch fast neue Exemplare waren