Übersetzungen für „collectepot“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

col·lec·te <collecte|n, collecte|s> [kɔlɛktə] SUBST f

1. collecte:

collecte (inzameling)

Geldsammlung f

collecte (inzameling)

Spendensammlung f

collecte (in de kerk)

Kollekte f

een collecte met open schaal

eine Tellerkollekte

een collecte voor de kankerbestrijding houden

eine Sammlung zugunsten der Krebshilfe durchführen

2. collecte (ingezameld geld):

collecte

Erlös m

3. collecte (verkoop van loten):

collecte

Losverkauf m

col·lec·teur <collecteur|s> [kɔlɛktør] SUBST m

1. collecteur (inzamelaar):

collecteur

Spendensammler m

2. collecteur (verkoper van loten):

collecteur

Lotterieeinnehmer m

col·lec·te·ren¹ <collecteerde, h. gecollecteerd> [kɔlɛkterə(n)] VERB trans (inzamelen)

collecteren

(Geld/Spenden) (ein)sammeln

col·lec·te·zak <collectezak|ken> [kɔlɛktəzɑk] SUBST m

collectezak

Klingelbeutel m

col·lec·tant <collectant|en> [kɔlɛktɑnt] SUBST m

collectant

Spendensammler m