Übersetzungen für „taalverruwing“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

taak·ver·rui·ming <taakverruiming|en> [takfərœymɪŋ] SUBST f

taakverruiming

Erweiterung f des Aufgabenbereichs

taal·ver·an·de·ring <taalverandering|en> [talvərɑndərɪŋ] SUBST f

taalverandering

Sprachwandel m

taal·ver·mo·gen [talvərmoɣə(n)] SUBST nt geen Pl

taalvermogen

Sprachfähigkeit f

taalvermogen

Kompetenz f fachspr

taal·ge·bruik [talɣəbrœyk] SUBST nt geen Pl

taalgebruik

Sprachgebrauch m

taalgebruik

Sprachverwendung f

taalgebruik (wijze van taalgebruik)

Ausdrucksweise f

een grof taalgebruik

eine derbe Ausdrucksweise

verkeerd taalgebruik

falsche(r) Sprachgebrauch m