Übersetzungen für „theatergezelschap“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

to·neel·ge·zel·schap <toneelgezelschap|pen> [tonelɣəzɛlsxɑp] SUBST nt

toneelgezelschap

Ensemble nt

toneelgezelschap

Theaterensemble nt

het reizend toneelgezelschap

die Wanderbühne

mu·ziek·ge·zel·schap <muziekgezelschap|pen> [myzikxəzɛlsxɑp] SUBST nt

muziekgezelschap

Musikensemble nt

reis·ge·zel·schap <reisgezelschap|pen> [rɛisxəzɛlsxɑp] SUBST nt

reisgezelschap

Reisegesellschaft f

ge·zel·schap <gezelschap|pen> [ɣəzɛlsxɑp] SUBST nt

1. gezelschap:

gezelschap (het samenzijn met anderen)

Gesellschaft f

gezelschap (het omgaan)

Umgang m

iem gezelschap houden

jdm Gesellschaft leisten

aan deze hond heb ik gezelschap

dieser Hund leistet mir Gesellschaft

in gezelschap van een dame

in Damenbegleitung

2. gezelschap (personen waarmee men samen is):

gezelschap

Gesellschaft f

gezelschap

Kreis m

in slecht gezelschap verkeren

in schlechter Gesellschaft verkehren

3. gezelschap (aantal personen die bijeen zijn):

gezelschap

Gesellschaft f

gezelschap

Runde f

een besloten gezelschap

eine geschlossene Gesellschaft

4. gezelschap (in samenstelling; vereniging):

gezelschap

Gruppe f

gezelschap

Gesellschaft f

gezelschap

Verein m