Übersetzungen für „afvalstoffen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈwelt·of·fen ADJ

1. weltoffen:

weltoffen

met open oog voor de dingen van de wereld

2. weltoffen:

weltoffen

internationaal ingesteld

ver·ˈsof·fen [fɛɐ̯ˈzɔfn̩] ADJ

1. versoffen (betrunken):

versoffen

verzopen

2. versoffen (alkoholabhängig):

versoffen

aan de drank verslaafd

be·ˈsof·fen [bəˈzɔfn̩] ADJ ugs

besoffen

bezopen

besoffen

dronken

besoffen

zat

ge·ˈsof·fen [gəˈzɔfn̩] VERB

gesoffen Part Perf von saufen

Siehe auch: saufen

ˈsau·fen <säuft, soff, gesoffen> [ˈz͜aufn̩] VERB trans

1. saufen (Tiere):

saufen

drinken

2. saufen ugs (übermäßig viel trinken):

saufen

zuipen

saufen

tetteren

saufen

(onmatig) drinken

einen saufen

er eentje vatten [o. nemen]

ˈZell·stoff SUBST m

Zellstoff

celstof

Zellstoff

cellulose

ˈan·gaf·fen VERB trans ugs abw

angaffen

aangapen

ˈauf·raf·fen¹ VERB trans

1. aufraffen (raffen):

aufraffen

oprapen

aufraffen

bijeenrapen

2. aufraffen (schnell aufheben):

aufraffen

opnemen

aufraffen

optillen

als sie die Treppe bestieg, raffte sie den Rock ein wenig auf

toen ze de trap opging, nam [o. tilde] ze haar rok een beetje op