Übersetzungen für „rückkaufen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈauf·kau·fen VERB trans

aufkaufen

opkopen

aufkaufen

aankopen

ˈaus·kau·fen VERB trans

1. auskaufen ugs:

auskaufen

uitkopen

auskaufen

leegkopen

2. auskaufen JUR:

auskaufen

uitkopen

ˈnach·kau·fen VERB trans

nachkaufen

bijkopen

ˈRück·kauf SUBST m

Rückkauf

wederinkoop

Rückkauf

het terugkopen

ˈab·kau·fen VERB trans

1. abkaufen (von jdm kaufen):

abkaufen

afkopen

abkaufen

kopen van

2. abkaufen ugs (glauben):

abkaufen

geloven

das kauft dir niemand ab

dat gelooft geen mens

das kauft dir niemand ab (stärker)

maak dat de kat [o. iem anders] wijs!

ˈan·kau·fen¹ VERB trans (anschaffen)

ankaufen

(aan)kopen

ankaufen

(zich) aanschaffen

Kunstgegenstände/eine Partie Reis ankaufen

kunstvoorwerpen/een partij rijst aankopen

er·ˈkau·fen [-ˈk͜aufn̩] VERB trans

1. erkaufen (durch Opfer erlangen):

erkaufen

duur betalen [o. kopen]

2. erkaufen (durch Bezahlung erhalten):

erkaufen

met geld [o. steekpenningen] verwerven [o. kopen]

ˈein·kau·fen² VERB intr

einkaufen

inkopen

einkaufen

boodschappen doen

einkaufen

winkelen

kostenlos einkaufen scherzh

proletarisch winkelen

ˈlos·kau·fen VERB trans

loskaufen

loskopen

loskaufen

vrijkopen

ver·ˈkau·fen¹ [fɛɐ̯ˈk͜aufn̩] VERB trans

verkaufen

verkopen ook fig.

verkaufen

van de hand doen

jdn für dumm verkaufen ugs

denken dat iem een sukkel is

sich verraten und verkauft fühlen

zich volledig in de steek gelaten voelen

ˈfrei·kau·fen¹ VERB trans (loskaufen)

freikaufen

vrijkopen

freikaufen

loskopen

ˈaus·ver·kau·fen VERB trans

ausverkaufen

uitverkopen

vor ausverkauftem Haus spielen

voor een uitverkochte zaal spelen

ˈrück·kop·peln VERB trans

rückkoppeln

terugkoppelen

zu·ˈrück·ru·fen VERB trans unreg

1. zurückrufen (zurückbeordern):

zurückrufen

terugroepen

sich Dat jdn/etw ins Gedächtnis zurückrufen übtr

zich iem/iets in het geheugen terugroepen

2. zurückrufen ugs TEL:

zurückrufen

terugbellen