Übersetzungen für „spekje“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈspei·sen¹ [ˈʃp͜aizn̩] VERB intr geh

speisen

eten

speisen

de maaltijd gebruiken

ich wünsche wohl zu speisen!

eet (u) smakelijk!

zu Abend speisen geh

de avondmaaltijd gebruiken

zu Abend speisen geh

souperen

ˈspen·den [ˈʃpɛndn̩] VERB trans

spenden (verschenken)

geven

spenden (verschenken)

schenken ook fig.

spenden (austeilen)

uitdelen

spenden (austeilen)

uitreiken

spenden (austeilen)

toedienen

Anerkennung spenden

zijn waardering uitspreken

den Segen spenden

de zegen geven [o. uitspreken]

ˈsper·ren¹ [ˈʃpɛrən] VERB intr

1. sperren regional:

sperren

klemmen

2. sperren:

sperren A südd

sluiten

ˈspe·ckig [ˈʃpɛkɪç] ADJ

1. speckig:

speckig

vettig

speckig

beduimeld

speckig

afgedragen

2. speckig ugs:

speckig

dik

speckig

vet

ein speckiger Nacken

een speknek

ˈspei·en <spie, gespien> [ˈ-ʃp͜aiən] VERB trans geh

speien (spucken)

spuwen

speien (spucken)

spugen

speien (ausspeien)

overgeven

ˈSpei·se <Speise, Speisen> [ˈʃp͜aizə] SUBST f

1. Speise:

Speise

spijs

Speise

gerecht nt

Speise

maal(tijd) nt

Speise

schotel

Speise

eten nt

(mit) Speis und Trank geh

(met) spijs en drank

etw dient zur [o. als] Speise

iets dient als voedingsmiddel

2. Speise nordd:

Speise

toetje nt

Speise

dessert nt

Speise

pudding

ˈSpel·ze <Spelze, Spelzen> [ˈʃpɛl͜tsə] SUBST f BOT

Spelze

kaf nt

Spelze

graanhuls

ˈSpen·de <Spende, Spenden> [ˈʃpɛndə] SUBST f

Spende

gift

Spende

gave

Spende

schenking

eine Spende an Kleidung/Lebensmitteln

een gift in de vorm van kleding/levensmiddelen

ˈSper·re <Sperre, Sperren> [ˈʃpɛrə] SUBST f

1. Sperre (Sperrvorrichtung):

Sperre

afsluiting

Sperre

slagboom

Sperre

afzetting

Sperre

hek nt

2. Sperre:

Sperre (Barrikade)

versperring

Sperre (Barrikade)

blokkade

Sperre (auch von Geldern etc.)

blokkering

da habe ich eine Sperre ugs

dat wil er bij mij niet in

3. Sperre (Kontrolle an Ein- oder Ausgang):

Sperre

controle

Sperre

ingang

Sperre

uitgang

Sperre

toegang

4. Sperre (Verbot der Ein- oder Ausfuhr):

Sperre

verbod nt

Sperre

embargo nt

eine Sperre verhängen über etw

een verbod voor iets uitvaardigen

5. Sperre (auch bei Streik):

Sperre

besmetverklaring

6. Sperre SPORT (Spielverbot):

Sperre

schorsing

über jdn eine Sperre verhängen

iem schorsen

As·ˈpekt <Aspekt(e)s, Aspekte> [asˈpɛkt] SUBST m

1. Aspekt geh:

Aspekt

aspect nt

von diesem Aspekt her

vanuit dit oogpunt bezien

alle Aspekte der Wirklichkeit

alle aspecten [o. facetten] van de werkelijkheid

2. Aspekt:

Aspekt ASTROL, ASTRON

aspect nt