Übersetzungen für „tendeert“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ten·ˈdie·ren [tɛnˈdiːrən] VERB intr geh

tendieren (hinneigen)

neigen

tendieren (sich entwickeln)

tenderen

tendieren (sich entwickeln)

(de) neiging [o. tendens] (ver)tonen

die Entwicklung tendiert nach oben/unten

de ontwikkeling vertoont een opwaartse/neerwaartse tendens

die Entwicklung tendiert nach oben/unten

de ontwikkeling gaat in opgaande/neergaande richting

die Aktien tendierten schwächer/uneinheitlich

de aandelen waren zwakker/verdeeld gestemd

diese Farbe tendiert zum Orange

deze kleur zweemt naar (het) oranje

ˈTen·der <Tenders, Tender> [ˈtɛndɐ] SUBST m NAUT

Tender

tender

ˈhun·dert [ˈhʊndɐt] ADJ

1. hundert (Zahl):

hundert

honderd

jdn auf hundert bringen ugs (wütend machen)

iem nijdig [o. woedend] maken

2. hundert ugs (sehr viele):

hundert

honderd

hundert

talloos

ˈHun·dert¹ <Hundert, Hunderten> [ˈhʊndɐt] SUBST f

Hundert

(het getal) honderd

ˈSit·ten·de·zer·nat SUBST nt

Sittendezernat

(afdeling) zedenpolitie

ten·den·zi·ˈell [tɛndɛnˈ͜tsi̯ɛl] ADJ

tendenziell

qua

tendenziell

in zijn tendens

tendenziell

trendmatig

ten·den·zi·ˈös [tɛndɛnˈ͜tsi̯øːs] ADJ abw

tendenziös

tendentieus

ˈsinn·ent·leert [ˈzɪnʔɛntleːɐ̯t] ADJ geh

sinnentleert

zinloos

sinnentleert

zinledig

sinnentleert

hol

Ten·ˈdenz <Tendenz, Tendenzen> [tɛnˈdɛn͜ts ] SUBST f

Tendenz (Neigung) a. FIN

tendens

Tendenz (Neigung) a. FIN

tendentie

Tendenz (Trend)

trend

Tendenz (Trend)

strekking

Tendenz (in Bezug auf die Börse a.)

stemming

ein Mann von liberalen Tendenzen

een man met liberale neigingen