Deutsch » Niederländisch

Übersetzungen für verbasterd im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

Ergebnis-Übersicht

ver·ˈbit·tern: Intransitives Verb
ver·ˈbrei·tern: Transitives Verb
ver·ba·li·ˈsie·ren: Transitives Verb
ver·ˈbau·en: Transitives Verb
ver·ˈban·nen: Transitives Verb
ver·ˈbo·ten: Adjektiv und Adverb
ver·ˈbie·ten: Transitives Verb
ver·ˈbis·sen: Adjektiv und Adverb

Meintest du vielleicht: verbittern , verbreitern , verbalisieren , verbissen , verbieten , verboten , verbannen und verbauen

ver·ˈbit·tern¹ [fɛɐ̯ˈbɪtɐn] VERB intr

bitter [o. verbitterd] worden

ver·ˈbrei·tern¹ [-tɐn] VERB trans

verbreitern

verbreitern

ver·ba·li·ˈsie·ren [vɛrbaliˈziːrən] VERB trans

1. verbalisieren:

verbalisieren

verbalisieren

onder woorden brengen

2. verbalisieren:

verbalisieren

verbalisieren

tot een werkwoord maken

ver·ˈbau·en [fɛɐ̯ˈb͜auən] VERB trans

1. verbauen (beim Bau verbrauchen):

bij de bouw verbruiken

2. verbauen (versperren):

het uitzicht benemen

jdm den Weg verbauen übtr

iem de weg versperren

3. verbauen (falsch bauen):

verkeerd bouwen

4. verbauen (durch einen Bau verderben):

bederven door bebouwing

das schöne Tal verbauen

het mooie dal door bebouwing bederven

ver·ˈban·nen [fɛɐ̯ˈbanən] VERB trans (ausmerzen, ins Exil schicken)

jdn auf eine Insel verbannen

iem naar een eiland verbannen

ver·ˈbo·ten [fɛɐ̯ˈboːtn̩] ADJ ugs

sie sieht ja verboten aus

ze ziet er werkelijk onmogelijk uit

ver·ˈbie·ten¹ [fɛɐ̯ˈbiːtn̩] VERB trans unreg

jdm das Haus verbieten

iem de toegang tot het huis ontzeggen

ver·ˈbis·sen [fɛɐ̯ˈbɪsn̩] ADJ

1. verbissen (verkrampft):

2. verbissen (hartnäckig):

taai

3. verbissen ugs:

verbissen (borniert)

verbissen (pedantisch)

verbissen (pedantisch)

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Deutsch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski