Übersetzungen für „verstrengelen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ver·ˈstrah·len VERB trans

1. verstrahlen:

verstrahlen

uitstralen

2. verstrahlen:

verstrahlen

door (radioactieve) stralen besmetten

verstrahltes Gelände

radioactief besmet terrein

ver·ˈstrei·chen¹ VERB intr unreg

verstreichen

verstrijken

verstreichen

vergaan

verstreichen

voorbijgaan

verstreichen

verlopen

ver·ˈstel·len¹ VERB trans

1. verstellen (anders einstellen):

verstellen

verstellen

verstellen

anders instellen

verstellen

verzetten

2. verstellen (woanders hinstellen):

verstellen

verplaatsen

verstellen

op de verkeerde plaats neerzetten

3. verstellen (unzugänglich machen):

verstellen

versperren

die Aussicht verstellen

het uitzicht benemen

4. verstellen (verändern):

verstellen

verdraaien

verstellen

onherkenbaar maken

verstellen

veranderen

die Handschrift verstellen

zijn handschrift verdraaien

ver·ˈsen·gen VERB trans

versengen

verzengen

versengen

verschroeien

ver·ˈspie·len² VERB trans

1. verspielen (beim Glücksspiel verlieren):

verspielen

verspelen

verspielen

vergokken

2. verspielen (Zeit verbringen):

verspielen

verspelen

verspielen

spelend doorbrengen

3. verspielen (beim Spiel einsetzen):

verspielen

bij het spel inzetten [o. gebruiken]

4. verspielen übtr (sich um etw bringen):

verspielen

verspelen

verspielen

kwijtraken

eine Chance verspielen

een kans voorbij laten gaan

ver·ˈstoh·len [fɛɐ̯ˈʃtoːlən] ADJ

verstohlen

verstolen

verstohlen

heimelijk

ein verstohlener Blick

een steelse blik

ver·ˈströ·men VERB trans geh

verströmen

verspreiden

verströmen

uitstralen

ver·ˈstri·cken¹ VERB trans

1. verstricken:

verstricken

verwikkelen

verstricken

(ver)strikken

2. verstricken:

verstricken

opbreien

ver·ˈste·hen¹ VERB trans unreg ugs

verstehen

met staan [o. staande] doorbrengen