Übersetzungen für „Klubs“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

kluns <klunzen> [klʏns] SUBST m

kluns

Stümper m

kluns

Pfuscher m

kluis <kluizen> [klœys] SUBST f

kluis (brandkast, safe)

Tresor m

kluis (brandkast, safe)

Geldschrank m

kluis (brandkast, safe)

Safe m

kluis (bagage e.d.)

Schließfach nt

kluts [klʏts] SUBST f geen Pl

de kluts kwijt zijn

den Kopf verloren haben

de kluts kwijtraken

den Kopf [o. Fassung] verlieren

klus <klus|sen> [klʏs] SUBST m

1. klus (zwaar karwei):

klus

Brocken m

dat is een hele klus

das ist ein harter Brocken

er een hele klus aan hebben

(noch) lange daran zu knabbern haben

2. klus (licht, eenvoudig werk):

klus

Kleinigkeit f

klus

Leichte(s) nt

klusjes klaren

Kleinigkeiten erledigen

kluif <kluiven> [klœyf] SUBST f

1. kluif (stuk been, bot):

kluif

Knochen m

erwtensoep met kluif

Erbsensuppe mit Eisbein

2. kluif (zwaar werk):

kluif

harte Nuss nt

daar zal hij een hele kluif aan hebben

das wird eine harte Nuss für ihn

kluit <kluit|en> [klœyt] SUBST f

1. kluit:

kluit (brok, klont)

Brocken m

kluit (zacht)

Klumpen m

kluit (op geploegde akker)

Scholle f

iem met een kluitje in het riet sturen übtr

jdn mit (leeren) Worten abspeisen

op een kluitje zitten übtr

dicht aneinandergedrängt sitzen [o. hocken]

hij is flink uit de kluiten gewassen übtr

er ist tüchtig gewachsen

2. kluit (klomp aarde rond de wortels):

kluit

Wurzelballen m

3. kluit (hoop, menigte):

kluit

Haufen m

kluut <kluten> [klyt] SUBST m

kluut

Säbelschnäbler m

plebs [plɛps] SUBST nt geen Pl

plebs

Pöbel m

plebs

Plebs m form