Übersetzungen für „Kommissie“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

com·mis·sie <commissie|s> [kɔmɪsi] SUBST f

1. commissie (personen met bepaalde opdracht):

commissie

Kommission f

commissie

Ausschuss m

een commissie van goede diensten

ein Schlichtungsausschuss

de financiële commissie

der Finanzausschuss

een commissie van onderzoek

ein Untersuchungsausschuss

een permanente commissie

ein ständiger Ausschuss

een speciale commissie

ein Sonderausschuss

2. commissie (loon):

commissie

Kommissionsgebühr f

3. commissie (bestelling):

commissie

Bestellung f

4. commissie (comité):

commissie

Ausschuss m

een commissie instellen

einen Ausschuss einsetzen

een vaste commissie

ein ständiger Ausschuss

een commissie ad hoc

ein Sonderausschuss

iets in commissie geven econ.

etw in Kommission geben

als ik lieg [o. dan lieg ik] in commissie

für die Richtigkeit übernehme ich keine Gewähr

sub·com·mis·sie <subcommissie|s> [sʏpkɔmɪsi] SUBST f

subcommissie

Unterausschuss m

per·mis·sie <permissie|s> [pɛrmɪsi] SUBST f

permissie

Erlaubnis f

permissie

Genehmigung f

permissie geven

die Erlaubnis erteilen

met permissie

mit Verlaub

com·pas·sie [kɔmpɑsi] SUBST f geen Pl

compassie

Mitgefühl nt

compassie (zwakker)

Anteilnahme f

hoor·com·mis·sie <hoorcommissie|s> [horkɔmɪsi] SUBST f

hoorcommissie

Anhörungsausschuss m