Übersetzungen für „Konsumkredit“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

con·su·ment <consument|en> [kɔnsymɛnt] SUBST m

consument

Konsument m

consument

Verbraucher m

con·su·me·ren <consumeerde, h. geconsumeerd> [kɔnsymerə(n)] VERB trans

consumeren

konsumieren

consumeren

verbrauchen

con·ti·nu·kre·diet <continukrediet|en> [kɔntinykrədit] SUBST nt

continukrediet

Dispositionskredit m

con·sump·tie <consumptie|s> [kɔnsʏmpsi] SUBST f

1. consumptie (verbruik van goederen):

consumptie

Konsum m

2. consumptie (verbruik van levensmiddelen):

consumptie

Verzehr m

consumptie

Genuss m

niet geschikt voor consumptie

nicht zum Verzehr geeignet

3. consumptie (vertering):

consumptie

Verzehr m

de consumpties betalen

die Rechnung bezahlen

consumptie verplicht

Verzehrzwang m

met consumptie spreken

eine feuchte Aussprache haben

dis·kre·diet [dɪskrədit] SUBST nt geen Pl

diskrediet

Misskredit m

diskrediet

Diskredit m form

iem in diskrediet brengen

jdn in Misskredit bringen