Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „Oberton“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

be·ton: Nomen
kar·ton: Nomen
ver·toon: Nomen
ace·ton: Nomen
ober: Nomen
ba·ri·ton: Nomen
er·toe: Adverb
her·tog: Nomen
hier·toe: Adverb
bel·toon: Nomen
be·gon: Verb

Meintest du vielleicht: beton , begon , beltoon , hiertoe , hertog , ertoe , bariton , ober , aceton , vertoon und karton

be·ton [bətɔn] SUBST nt geen Pl

Beton m

gewapend beton

gewapend beton

beton storten

kar·ton <karton|s> [kɑrtɔn] SUBST nt

1. karton (bordpapier):

Pappe f

gegolfd karton

2. karton (stuk bordpapier):

Pappe f

Karton m

3. karton:

karton (verpakking)

Karton m

karton (verpakkingsmateriaal)

melk in karton

ver·toon [vərton] SUBST nt geen Pl

1. vertoon (het vertonen):

Zeigen nt

Vorlage f

op vertoon van een identiteitsbewijs

gegen Vorlage eines Ausweises

2. vertoon (tentoonspreiding):

Aufwand m

met veel vertoon

mit großem Aufwand

het uiterlijk vertoon

ace·ton [ɑsətɔn] SUBST nt of m geen Pl

Azeton nt

ober <ober|s> [obər] SUBST m

ober

Ober m

ober

Kellner m

ober, betalen alstublieft!

Herr Ober, bitte zahlen!

ba·ri·ton <bariton|s> [baritɔn] SUBST m

Bariton m

er·toe [ɛrtu] ADV

dazu

de vogels die ertoe behoren

die Vögel, die dazu gehören

ertoe dienen/leiden

dazu dienen/führen

de moed ertoe hebben

den Mut dazu haben

wat doet dat ertoe? ugs

wat doet dat ertoe? ugs

was macht das schon?

her·tog <hertog|en> [hɛrtɔx] SUBST m

Herzog m

hier·toe [hirtu] ADV

tot hiertoe

bel·toon <bel|tonen> [bɛlton] SUBST m

Klingelzeichen nt

be·gon VERB

begon 3. Pers Sg Imperf van beginnen¹, beginnen²

Siehe auch: beginnen , beginnen

be·gin·nen² <begon, i. begonnen> [bəɣɪnə(n)] VERB intr (aanvangen)

aan iets nieuws beginnen

mit etw Neuem beginnen

dat begint al goed! iron

das fängt ja nett an!

de les is begonnen

der Unterricht hat begonnen

laat ik beginnen met iedereen welkom te heten

zuerst möchte ich alle willkommen heißen

(helemaal) onderaan beginnen übtr

(ganz) von klein auf anfangen

over politiek beginnen

von Politik anfangen

voor zichzelf beginnen

sich selb(st)ständig machen

er is geen beginnen aan

≈ das ist verlorene [o. vergebliche] Liebesmüh(e)

be·gin·nen¹ <begon, i. begonnen> [bəɣɪnə(n)] VERB trans

1. beginnen:

beginnen (starten, openen)

beginnen (starten, openen)

beginnen (vergadering, winkel)

een reis beginnen

eine Reise antreten

2. beginnen (gaan doen):

wat moet ik met hem beginnen?

was soll ich mit ihm anfangen?

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski