Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: staatkunde , staatkundig , stammoeder , staatkundige , heemkunde , stampvoeten , stamkroeg und stamelen

staat·kun·de [statkʏndə] SUBST f geen Pl

2. staatkunde (bekwaamheid in het regeren):

staatkunde
staatsmännische(s) Geschick nt
staatkunde
politische Fähigkeit f
staatkunde
Staatskunst f form

stam·moe·der <stammoeder|s> [stɑmudər] SUBST f

staat·kun·dig [statkʏndəx] ADJ

1. staatkundig (de staat, het staatsgebied):

staatkundig
staatlich
de staatkundige grenzen
die Staatsgrenzen

2. staatkundig (volgens de regels van de staatkunde):

staatkundig
staatsmännisch
staatkundig handelen
staatsmännisch handeln

staat·kun·di·ge <staatkundige|n> [statkʏndəɣə] SUBST m

sta·me·len <stamelde, h. gestameld> [stamələ(n)] VERB trans

stam·kroeg <stamkroeg|en> [stɑmkrux] SUBST f

stamp·voe·ten <stampvoette, h. gestampvoet> [stɑmpfutə(n)] VERB intr

heem·kun·de [hemkʏndə] SUBST f geen Pl

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste