Übersetzungen für „begroting“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

be·gro·ting <begroting|en> [bəɣrotɪŋ] SUBST f

1. begroting (kostenraming):

begroting

Kostenvoranschlag m

een begroting opmaken

einen Kostenvoranschlag machen

2. begroting pol.:

begroting

Etat m

begroting

Haushalt m

de begroting aannemen

dem Haushalt zustimmen

een begroting indienen

einen Etat einreichen

Beispielsätze für begroting

in een begroting snoeien

einen Haushaltsplan kürzen

de begroting sluitend maken

den Etat ausgleichen

een begroting opmaken

die Kosten veranschlagen

een sluitende begroting

ein ausgeglichener Etat

de begroting aannemen

dem Haushalt zustimmen

een begroting indienen

einen Etat einreichen

een tekort op de begroting

ein Haushaltsdefizit

niet boven de begroting gaan

den Etat nicht überschreiten

de tweede lezing van de begroting

die zweite Lesung des Haushaltsplans

het mes in de begroting zetten

den Etat (drastisch) kürzen

de begroting verre te boven gaan

den Etat weit übersteigen