Niederländisch » Deutsch

uit·oe·fe·ning [œytufənɪŋ] SUBST f geen Pl

be·roeps·op·lei·ding <beroepsopleiding|en> [bərupsɔplɛidɪŋ] SUBST f

be·roeps·ge·heim <beroepsgeheim|en> [bərupsxəhɛim] SUBST nt

be·oe·fe·ning <beoefening|en> [bəufənɪŋ] SUBST f

beoefening SPORT
Treiben nt
beoefening KUNST
Pflege f form
beoefening KUNST

her·ha·lings·oe·fe·ning <herhalingsoefening|en> [hɛrhalɪŋsufənɪŋ] SUBST f

be·roeps·spe·ler <beroepsspeler|s> [bərupspelər] SUBST m

uit·oe·fe·nen <oefende uit, h. uitgeoefend> [œytufənə(n)] VERB trans

be·re·ke·ning <berekening|en> [bərekənɪŋ] SUBST f

2. berekening (cijfers):

3. berekening (overweging van voor- en nadeel):

Abwägung f form
Kalkül nt

ver·ef·fe·ning <vereffening|en> [vərɛfənɪŋ] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski