Übersetzungen für „cameravrouw“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

za·ken·vrouw <zakenvrouw|en> [zakə(n)vrɑu] SUBST f

zakenvrouw

Geschäftsfrau f

ca·me·ra·man <cameraman|nen, camera|lieden> [kaməramɑn] SUBST m

cameraman

Kameramann m

vak·vrouw SUBST f

vakvrouw weibliche Form von vakman

Siehe auch: vakman

vak·man <vak|lui, vak|lieden, vak|mensen, vakman|nen> [vɑkmɑn] SUBST m

vakman

Fachmann m

buur·vrouw <buurvrouw|en> [byrvrɑu] SUBST f

1. buurvrouw (vrouw naast wie men woont):

buurvrouw

Nachbarin f

buurvrouw

Nachbarsfrau f

2. buurvrouw (vrouw naast wie men zit, staat):

buurvrouw

Nachbarin f

gast·vrouw <gastvrouw|en> [ɣɑstfrɑu] SUBST f

1. gastvrouw (vrouw des huizes):

gastvrouw

Gastgeberin f

2. gastvrouw (hostess):

gastvrouw

Hostess f

zegs·vrouw <zegsvrouw|en> [zɛxsfrɑu] SUBST f

zegsvrouw weibliche Form von zegsman

Siehe auch: zegsman

zegs·man <zegs|lieden, zegs|lui> [zɛxsmɑn] SUBST m

zegsman

Gewährsmann m

vroed·vrouw <vroedvrouw|en> [vrutfrɑu] SUBST f

vroedvrouw

Hebamme f

poets·vrouw <poetsvrouw|en> [putsfrɑu] SUBST f

poetsvrouw

Putzfrau f

sport·vrouw <sportvrouw|en> [spɔrtfrɑu] SUBST f

sportvrouw

Sportlerin f

raads·vrouw <raads|vrouwen> [ratsvrɑu] SUBST f

raadsvrouw weibliche Form von raadsman

Siehe auch: raadsman

raads·man <raads|lieden> [ratsmɑn] SUBST m

1. raadsman:

raadsman (adviseur, adviseuse)

Ratgeber m

raadsman (officieel adviseur)

Berater m

bijgestaan worden door een raadsman jur.

Rechtsbeistand haben

2. raadsman (advocaat, advocate):

raadsman

Rechtsanwalt m

toegevoegd raadsman

Pflichtverteidiger m

stuur·vrouw SUBST f

stuurvrouw → stuurman

Siehe auch: stuurman

stuur·man <stuurlieden, stuurlui> [styrmɑn] SUBST m

stuurman

Steuermann m

de vier met stuurman (roeien)

der Vierer mit Steuermann

het diploma voor stuurman

das Steuermannspatent

de beste stuurlui staan aan wal Sprichw

alle wissen guten Rat, nur der nicht, der ihn nötig hat

de beste stuurlui staan aan wal Sprichw

die besten Steuerleute sind an Land

ca·me·ra·re·cor·der SUBST m

camerarecorder → camcorder

Siehe auch: camcorder

cam·cor·der <camcorder|s> [kɛmkɔːrdər] SUBST m

camcorder

Camcorder m

ca·me·ra·te·le·foon <cameratelefoon|s> [kamərateləfon] SUBST m

cameratelefoon

Fotohandy nt