Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „entijds“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

des·tijds: Adverb
eer·tijds: Adverb
ei·gen·tijds: Adjektiv und Adverb
ener·zijds: Adverb
tus·sen·tijds: Adjektiv und Adverb
bij·tijds: Adverb
som·tijds: Adverb
meest·tijds: Adverb
mees·ten·tijds: Adverb

Meintest du vielleicht: eertijds , destijds , eigentijds , enerzijds , tussentijds , somtijds , bijtijds , meesttijds und meestentijds

des·tijds [dɛstɛits] ADV

eer·tijds [ertɛits] ADV

einst

ei·gen·tijds <eigentijdse, meer eigentijds, meest eigentijds> [ɛiɣə(n)tɛits] ADJ

zeitgenössisch

ener·zijds [enərzɛits] ADV

enerzijds … anderzijds …

einerseits … andererseits …

tus·sen·tijds¹ [tʏsə(n)tɛits] ADJ

bij·tijds [bɛitɛits] ADV

1. bijtijds (vroegtijdig):

2. bijtijds (op tijd):

som·tijds ADV

somtijds → soms

Siehe auch: soms

soms [sɔms] ADV

1. soms (weleens):

soms

soms

soms

soms

zuweilen form

soms

bisweilen form

het gebeurt soms dat …

es geschieht manchmal [o. gelegentlich] , dass …

2. soms (in enkele gevallen):

soms

de bloemen van deze plant zijn wit, soms echter roze

die Blüten dieser Pflanze sind weiß, manchmal aber rosa

3. soms (misschien):

soms

soms

etwa

hebt u soms een sigaret voor me?

haben Sie vielleicht eine Zigarette für mich?

mocht zij soms niet thuis komen, dan …

sollte sie etwa nicht nach Hause kommen, dann …

weet je dat soms niet?

weißt du das etwa nicht?

spreek ik soms Chinees?

spreche ich etwa Chinesisch?

meest·tijds ADV

meesttijds → meestentijds

Siehe auch: meestentijds

mees·ten·tijds [mestəntɛɪts] ADV

meestentijds

meestentijds

meist

mees·ten·tijds [mestəntɛɪts] ADV

meestentijds

meestentijds

meist

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski