Übersetzungen für „garantielohn“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ga·ran·tie <garantie|s> [ɣarɑnsi] SUBST f

garantie

Garantie f

een fiets kopen met een jaar garantie

ein Fahrrad kaufen, das ein Jahr Garantie hat

drie jaar garantie op iets krijgen

drei Jahre Garantie auf etw Akk bekommen

een schriftelijke garantie geven

eine schriftliche Garantie geben

ga·ran·de·ren <garandeerde, h. gegarandeerd> [ɣarɑnderə(n)] VERB trans

garanderen

verbürgen

garanderen

gewährleisten

garanderen

garantieren

gegarandeerd echt goud

garantiert echtes Gold

dat garandeer ik je

das garantiere ich dir

wij garanderen goede kwaliteit

wir garantieren für gute Qualität

ga·ran·tie·be·wijs <garantiebe|wijzen> [ɣarɑnsibəwɛis] SUBST nt

garantiebewijs

Garantieschein m