Übersetzungen für „indrukken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

in·druk·ken <drukte in, h. ingedrukt> [ɪndrʏkə(n)] VERB trans

1. indrukken (verbrijzelen, induwen):

indrukken

eindrücken

2. indrukken (door drukken als vorm achterlaten):

indrukken

eindrücken

3. indrukken (door drukken naar binnen brengen):

indrukken

drücken auf +Akk

het gaspedaal indrukken

aufs Gas(pedal) treten

een knop indrukken

(auf) einen Knopf drücken

Beispielsätze für indrukken

iets de kop indrukken (gerucht)

zum Schweigen bringen

nieuwe indrukken opdoen

neue Eindrücke sammeln

het gaspedaal indrukken

aufs Gas(pedal) treten

een knop indrukken

(auf) einen Knopf drücken

de knop indrukken/omdraaien

auf den Knopf drücken/den Schalter umdrehen

ervaringen/indrukken uitwisselen

Erfahrungen/Eindrücke austauschen

een snelle opvolging van indrukken

eine schnelle Aufeinanderfolge von Eindrücken

die indrukken vervagen op den duur

auf die Dauer verwischen sich die Eindrücke

op grond van persoonlijke indrukken kennen

aus eigener Anschauung kennen