Übersetzungen für „miesmacherei“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

sja·che·ren <sjacherde, h. gesjacherd> [ʃɑxərə(n)] VERB intr

1. sjacheren (bedrieglijke handel drijven):

sjacheren

schachern

sjacheren

Schacher treiben

2. sjacheren (marchanderen):

sjacheren

schachern

de·ta·che·ren <detacheerde, h. gedetacheerd> [detɑʃerə(n)] VERB trans

1. detacheren (elders te werk stellen):

detacheren

vorübergehend an anderer Stelle arbeiten lassen

2. detacheren mil.:

detacheren

abkommandieren

detacheren

abstellen

detacheren

abordnen

3. detacheren (troepenonderdelen):

detacheren

verlegen

mie·te·ren¹ <mieterde, h. gemieterd> [mitərə(n)] VERB trans (doen vallen)

mieteren

schmeißen

mie·ze·ren <miezerde, h. gemiezerd> [mizərə(n)] VERB unpers ww

miezeren

nieseln

smach·ten <smachtte, h. gesmacht> [smɑxtə(n)] VERB intr

1. smachten (wegkwijnen):

smachten

verschmachten form

van honger of dorst smachten

vor Hunger oder Durst Dat verschmachten [o. vergehen]

2. smachten (snakken):

smachten

schmachten nach +Dat

smachten

lechzen nach +Dat

naar gezelschap smachten

nach Gesellschaft schmachten [o. lechzen]

het land smacht naar regen übtr

das Land lechzt nach Regen

was·ma·chi·ne <wasmachine|s> [wɑsmaʃinə] SUBST f

wasmachine

Waschmaschine f

pons·ma·chi·ne <ponsmachine|s> [pɔnsmɑʃinə] SUBST f

1. ponsmachine (toestel waarmee men kaarten ponst):

ponsmachine

Lochmaschine f

2. ponsmachine (toestel dat gegevens verwerkt):

ponsmachine

Lochkartenmaschine f

ponsmachine

Lochstreifenleser m

3. ponsmachine (toestel waarmee men metaal ponst):

ponsmachine

Stanze f

dors·ma·chi·ne <dorsmachine|s> [dɔrsmaʃinə] SUBST f

dorsmachine

Dreschmaschine f

ver·smach·ten <versmachtte, i. versmacht> [vərsmɑxtə(n)] VERB intr

1. versmachten (omkomen):

versmachten

verschmachten form

versmachten

umkommen ugs

van honger versmachten

vor Hunger verschmachten

2. versmachten (hevig lijden door):

versmachten

vergehen