Übersetzungen für „nauru“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

na·druk <nadruk|ken> [nadrʏk] SUBST m

nadruk

Nachdruck m

nadruk (klemtoon)

Betonung f

de nadruk leggen op

betonen +Akk

de nadruk ligt op de eerste lettergreep

die Betonung liegt auf der ersten Silbe

met de grootste nadruk

mit Nachdruck

met nadruk betoogde hij dat …

er betonte, dass …

na·tu·ra [natyra]

de hulp in natura

die Sachhilfe

een gift in natura

eine Sachspende

het inkomen in natura

die Naturalbezüge Pl

nauw¹ [nɑu] SUBST nt geen Pl

nauw

Enge f

in het nauw zitten

in der Klemme sitzen

iem in het nauw drijven

jdn in die Enge treiben

het Nauw van Calais

der Ärmelkanal

nar <nar|ren> [nɑr] SUBST m

nar

Narr m

naar¹ <nare, naarder, naarst> [nar] ADJ

1. naar (akelig):

naar

widerlich

een nare vent

ein widerlicher Kerl

een naar verhaal

eine schreckliche Geschichte

naar weer

scheußliches Wetter

2. naar:

naar (erg)

schlimm

naar (ziek)

übel

naar (ziek)

schlecht

ik heb me naar gezocht

ich habe alles abgesucht

zich naar schrikken

sich zu Tode erschrecken

ik werd er naar van

mir wurde schlecht dabei

er naar aan toe zijn

schlimm dran sein

3. naar (vervelend):

naar

leidig

een nare gewoonte hebben

eine leidige Angewohnheit haben