Übersetzungen für „oppositieleidster“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

par·tij·leid·ster SUBST f

partijleidster weibliche Form von partijleider

Siehe auch: partijleider

par·tij·lei·der <partijleider|s> [pɑrtɛilɛidər] SUBST m

partijleider

Parteivorsitzende(r) m

partijleider

Parteichef m

op·po·si·tie·par·tij <oppositiepartij|en> [ɔpozi(t)sipɑrtɛi] SUBST f

oppositiepartij

Oppositionspartei f

op·po·si·tie <oppositie|s> [ɔpozi(t)si] SUBST f

oppositie

Opposition f

oppositie jur.

Berufung f

oppositie voeren

Opposition betreiben

be·ge·leid·ster <begeleidster|s> [bəɣəlɛɪtstər] SUBST f

begeleidster weibliche Form von begeleider

Siehe auch: begeleider

be·ge·lei·der <begeleider|s> [bəɣəlɛidər] SUBST m

1. begeleider:

begeleider (iem die vergezelt)

Begleiter m

begeleider (officieel)

Begleitperson f

2. begeleider (iem die met raad en daad bijstaat):

begeleider

Betreuer m

3. begeleider muz.:

begeleider

Begleiter m

reis·leid·ster <reisleidster|s> [rɛɪslɛɪtstər] SUBST f

reisleidster weibliche Form von reisleider

Siehe auch: reisleider

reis·lei·der <reisleider|s> [rɛislɛidər] SUBST m

reisleider

Reiseleiter m

hoofd·leid·ster SUBST f

hoofdleidster weibliche Form von hoofdleider

Siehe auch: hoofdleider

hoofd·lei·der <hoofdleider|s> [hoftlɛɪdər] SUBST m

1. hoofdleider (aanvoerder van een beweging):

hoofdleider

Anführer m

2. hoofdleider (leidinggevend persoon in een instelling):

hoofdleider

Leiter m

kleu·ter·leid·ster <kleuterleidster|s> [kløtərlɛitstər] SUBST f

kleuterleidster

Kindergärtnerin f

kleuterleidster (laatste klas vóór de lagere school)

Vorschullehrerin f

be·drijfs·leid·ster SUBST f

bedrijfsleidster weibliche Form von bedrijfsleider

Siehe auch: bedrijfsleider

be·drijfs·lei·der <bedrijfsleider|s> [bədrɛifslɛidər] SUBST m

bedrijfsleider

Betriebsleiter m

bedrijfsleider

Werksleiter m

bedrijfsleider

Betriebsführer m