Übersetzungen für „regelrecht“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

re·gel·recht¹ [reɣəlrɛxt] ADJ

regelrecht

direkt

regelrecht (zonder meer)

regelrecht

re·gel·recht² [reɣəlrɛxt] ADV

1. regelrecht (direct):

regelrecht

geradewegs

regelrecht

direkt

regelrecht van iem afstammen

direkt von jdm abstammen

de kinderen kwamen regelrecht naar huis

die Kinder kamen direkt nach Hause

hij rent regelrecht zijn ondergang tegemoet

er rennt blind ins Verderben

2. regelrecht (op de man af):

regelrecht

rundheraus

iem regelrecht iets vragen

jdn rundheraus etw fragen

3. regelrecht (echt):

regelrecht

regelrecht

hij is regelrecht dom

er ist regelrecht dumm ugs

Beispielsätze für regelrecht

regelrecht van iem afstammen

direkt von jdm abstammen

iem regelrecht iets vragen

jdn rundheraus etw fragen

hij is regelrecht dom

er ist regelrecht dumm ugs

de kinderen kwamen regelrecht naar huis

die Kinder kamen direkt nach Hause

hij rent regelrecht zijn ondergang tegemoet

er rennt blind ins Verderben