Niederländisch » Deutsch

schooi·er <schooier|s> [sxojər] SUBST m

1. schooier (vagebond):

2. schooier (haveloos type):

Penner m

3. schooier (schoft):

Lump m
Schuft m

4. schooier (bedelaar):

Schnorrer m ugs

schol·ek·ster <scholekster|s> [sxɔlɛkstər] SUBST f

schoor·steen <schoor|stenen> [sxorsten] SUBST m

2. schoorsteen (schoorsteenmantel):

Kamin m

schooi·en <schooide, h. geschooid> [sxojə(n)] VERB intr (bedelen)

school·stof [sxolstɔf] SUBST f geen Pl

school·dokter SUBST m

schooldokter → schoolarts

Siehe auch: schoolarts

school·arts <schoolarts|en> [sxolɑrts] SUBST m

schoon·maak·ster <schoonmaakster|s> [sxomakstər] SUBST f

schoon·doch·ter <schoondochter|s> [sxondɔxtər] SUBST f

school·tas <schooltas|sen> [sxoltɑs] SUBST f

school·boek <schoolboek|en> [sxolbuk] SUBST nt

school·jaar <school|jaren> [sxoljar] SUBST nt

school·ver·la·ter <schoolverlater|s> [sxolvərlatər] SUBST m

schoot·com·pu·ter <schootcomputer|s> [sxotkɔmpjutər] SUBST m

schoor·steen·ve·ger <schoorsteenveger|s> [sxorstenveɣər] SUBST m

flik·flooi·ster SUBST f

flikflooister weibliche Form von flikflooier

Siehe auch: flikflooier

flik·flooi·er <flikflooier|s> [flɪkflojər] SUBST m

school·ver·laat·ster SUBST f

schoolverlaatster weibliche Form von schoolverlater

Siehe auch: schoolverlater

school·ver·la·ter <schoolverlater|s> [sxolvərlatər] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski