Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „sneed“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

sneed VERB

sneed 3. Pers Sg Imperf van snijden¹, snijden²

Siehe auch: snijden , snijden , snijden

snij·den3 <sneed, h. gesneden> [snɛidə(n)] VERB trans

4. snijden (haar knippen):

5. snijden (een bal effect geven):

snij·den1 <sneed, h. gesneden> [snɛidə(n)] VERB intr

2. snijden (pijnlijk aandoen):

het sneed mij door de ziel übtr

4. snijden (snijdbaar zijn):

Beispielsätze für sneed

het sneed mij door de ziel übtr

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski