Übersetzungen für „sparpolitik“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

par·tij·po·li·tiek¹ [pɑrtɛipolitik] SUBST f geen Pl

partijpolitiek

Parteipolitik f

spaar·pot <spaarpot|ten> [sparpɔt] SUBST m

1. spaarpot (spaarbusje):

spaarpot

Sparbüchse f

spaarpot

Spartopf m ugs

2. spaarpot (gespaard geld):

spaarpot

Ersparnisse Pl

spaarpot

Spargroschen Pl ugs

spaarpot

Sparpfennige Pl ugs

een spaarpotje aanleggen

Ersparnisse beiseitelegen

zijn spaarpot aanspreken

seine Ersparnisse anzapfen

po·li·tiek¹ [politik] SUBST f geen Pl

politiek

Politik f

financiële/binnenlandse/buitenlandse politiek

Finanz-/Innen-/Außenpolitik

in de politiek zitten

politisch aktiv sein