Übersetzungen für „verdwaalt“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ver·dwaald [vərdwalt] ADJ

verdwaald

verirrt

verdwaald raken

sich verirren

ver·dwaasd [vərdwast] ADJ

verdwaasd (uitzinnig, dol)

verrückt

verdwaasd (zonder benul)

dumm

verdwaasd (zonder benul)

töricht

verdwaasd (verward)

verstört

verdwaasd voor zich uit staren

dumm aus der Wäsche gucken [o. schauen]

ver·dwa·len <verdwaalde, i. verdwaald> [vərdwalə(n)] VERB intr

verdwalen

sich verirren

verdwalen (te voet ook)

sich verlaufen

in een stad verdwaald zijn

sich in einer Stadt verirrt haben

ver·dacht <verdachte, verdachter, verdachtst> [vərdɑxt] ADJ

verdacht

verdächtig

dat lijkt verdacht veel op …

das hat verdächtige Ähnlichkeit mit …

van diefstal verdacht

des Diebstahls verdächtig

een verdacht zaakje

eine anrüchige Sache

ik was niet op die uitval verdacht

ich war nicht auf den Ausfall vorbereitet [o. gefasst]