Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „verval“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ver·val [vərvɑl] SUBST nt geen Pl

1. verval (het vervallen, afnemen):

verval
in verval raken (van macht, aanzien enz.)
het verval van de goede zeden

2. verval (het niet meer gelden):

verval
het verval van een recht

3. verval (verschil in hoogte van de waterspiegel):

verval
het verval van de Rijn

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski