Übersetzungen für „vogelfeder“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

vo·gel·kers [voɣəlkɛrs] SUBST f geen Pl

vogelkers

Vogelkirsche f

vo·gel·nest <vogelnest|en> [voɣəlnɛst] SUBST nt

vogelnest

Vogelnest nt

vogelnesten uithalen

Vogelnester ausnehmen

vo·gel·pest [voɣəlpɛst] SUBST f geen Pl

vogelpest

Geflügelpest f

vogelpest

Hühnerpest f

vo·gel·griep [voɣəlɣrip] SUBST f geen Pl

vogelgriep

Vogelgrippe f

vogelgriep

Geflügelgrippe f

vogelgriep

Hühnergrippe f

vo·gel·tjes·dans <vogeltjesdans|en> SUBST m

vogeltjesdans

Ententanz m kein Pl

vo·gel·pik <vogelpik|ken> [voɣəlpɪk] SUBST m belg

vogelpik

Darts nt kein Pl

vogelpik

Dartspiel nt

vo·gel·huis <vogel|huizen> [voɣəlhœys] SUBST nt

vogelhuis

Vogelhaus nt

vo·gel·kooi <vogelkooi|en> [voɣəlkoj] SUBST f

vogelkooi

Vogelbauer nt

vogelkooi

Vogelkäfig m

vo·gel·soort <vogelsoort|s> [voɣəlsort] SUBST f

vogelsoort

Vogelart f

vo·gel <vogel|s> [voɣəl] SUBST m

vogel

Vogel m

zo vrij als een vogel

frei wie ein Vogel

de vogel is gevlogen übtr

der Vogel ist ausgeflogen

een rare vogel (een persoon)

ein seltsamer Kauz

een slimme vogel

ein Schlauberger

vogels van diverse pluimage übtr

eine bunte Gesellschaft

ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is Sprichw

jeder Vogel singt, wie ihm der Schnabel gewachsen ist

beter één vogel in de hand dan tien in de lucht Sprichw

besser ein Spatz in der Hand als eine Taube auf dem Dach

men kent de vogel aan zijn veren Sprichw

den Vogel erkennt man an seinen Federn

op·voe·der <opvoeder|s> [ɔpfudər] SUBST m

opvoeder

Erzieher m