Übersetzungen für „wapperende“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

wap·pe·ren <wapperde, h. gewapperd> [wɑpərə(n)] VERB intr

wapperen

flattern

zijn handen laten wapperen übtr

zupacken

stu·de·ren·de <studerende|n> [styderəndə] SUBST m en f

studerende

Studierende(r) f(m)

klap·pe·ren <klapperde, h. geklapperd> [klɑpərə(n)] VERB intr

1. klapperen:

klapperen (geluid: tanden, deur)

klappern

klapperen (geluid: deur)

klappen

klapperen (geluid: zeilen)

flappen

zijn tanden klapperen

er klappert mit den Zähnen

2. klapperen (beweging: zeilen, vlag):

klapperen

flattern

met zijn oren klapperen

mit den Ohren wackeln

met zijn oren klapperen übtr ugs

mit den Ohren schlackern

mop·pe·ren <mopperde, h. gemopperd> [mɔpərə(n)] VERB intr

mopperen

nörgeln

mopperen

murren

mopperen

meckern ugs

mopperen

motzen ugs

ik mag niet mopperen

ich kann nicht klagen

op iem/iets mopperen

über jdn/etw meckern ugs

tegen iem mopperen

jdn anmotzen ugs

wat zit je te mopperen?

warum meckerst du denn? ugs

ty·pe·rend [tiperənt] ADJ

typerend

kennzeichnend

typerend

bezeichnend

typerend

charakteristisch

typerend

typisch ugs

bar·be·dien·de <barbediende|n, barbediende|s> [bɑrbədində] SUBST m

barbediende (man)

Barkellner m

barbediende (man)

Barmixer m

barbediende (vrouw)

Bardame f

barbediende (vrouw)

Barfrau f

ge·du·ren·de [ɣədyrəndə] PRÄP

gedurende

während +Gen +Dat

gedurende het hele jaar

das ganze Jahr über

gedurende mijn/zijn/haar/hun hele leven

zeitlebens

roe·pen·de <roepende|n> [rupəndə] SUBST m

roepende

Rufer m

een roepende in de woestijn übtr

ein Rufer in der Wüste

on·be·ken·de¹ <onbekende|n> [ɔmbəkɛndə] SUBST m en f wisk.

onbekende

Unbekannte f

bank·be·dien·de <bankbediende|n, bankbediende|s> [bɑŋɡbədində] SUBST m en f

bankbediende

Bankangestellte(r) f(m)

hel·der·zien·de <helderziende|n> [hɛldərzində] SUBST m

helderziende

Hellseher m

pomp·be·dien·de <pompbediende|n, pompbediende|s> [pɔmbədində] SUBST m

pompbediende

Tankwart m