Übersetzungen für „bogenlicht“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈAu·gen·licht SUBST nt kein Pl geh

Augenlicht

licht der ogen

Augenlicht

gezichtsvermogen nt

ˈSon·nen·licht SUBST nt kein Pl

Sonnenlicht

zonlicht nt

ˈKer·zen·licht SUBST nt

Kerzenlicht

kaarslicht nt

ˈRam·pen·licht SUBST nt

Rampenlicht

voetlicht nt

im Rampenlicht der Öffentlichkeit stehen [o. sein] übtr

in de schijnwerpers van de belangstelling staan

ˈFern·licht SUBST nt

Fernlicht

groot licht nt

ˈdien·lich [ˈdiːnlɪç] ADJ

dienlich

dienstig

dienlich

nuttig

dienlich

van dienst

jdm/etw dienlich sein

voor iem/iets dienstig [o. van nut] zijn

ˈTee·licht <Teelicht(e)s, Teelichter> SUBST nt

Teelicht

waxinelichtje nt

Teelicht

theelichtje nt

ˈNord·licht SUBST nt ugs (Mensch aus Norddeutschland; Polarlicht)

Nordlicht

noorderlicht nt

ˈOber·licht SUBST nt

1. Oberlicht (Fenster über einer Tür) kein Pl:

Oberlicht

vallicht

Oberlicht

bovenlicht nt

2. Oberlicht (oberer Fensterteil):

Oberlicht

bovenvenster

ˈZwie·licht SUBST nt

1. Zwielicht:

Zwielicht

schemering

Zwielicht

halfdonker nt

2. Zwielicht:

Zwielicht

gemengd dag- en kunstlicht nt

3. Zwielicht übtr:

Zwielicht

verdachte [o. dubieuze] situatie

ins Zwielicht geraten

in een kwaad [o. ongunstig] daglicht komen

ˈBo·gen·schüt·ze (-schüt·zin) SUBST m (f)

Bogenschütze (-schüt·zin)

boogschutter(vrouwelijke boogschutter) m (f)

ˈIrr·licht SUBST nt

Irrlicht

dwaallicht nt

schlicht [ʃlɪçt] ADJ

1. schlicht (einfach):

schlicht

eenvoudig

schlicht

sober

schlicht

bescheiden

schlicht

natuurlijk

2. schlicht (bloß):

schlicht

gewoon(weg)

schlicht

eenvoudig(weg)

schlicht

zonder meer

es ist eine schlichte Tatsache, dass …

het is eenvoudig(weg) een feit dat …

schlicht und einfach

gewoonweg [o. simpelweg] [o. eenvoudigweg]

ˈBlau·licht SUBST nt

Blaulicht

(blauw) zwaailicht nt

ˈFlut·licht SUBST nt kein Pl

Flutlicht

strijklicht nt

Flutlicht

sprei(d)licht

Flutlicht

floodlight nt

bei [o. unter ] Flutlicht spielen

bij strijklicht spelen

ˈhell·licht ADJ

helllicht

klaarlicht

am helllichten Tage

op klaarlichte dag

ˈRück·licht <Rücklichter> SUBST nt

Rücklicht

achterlicht nt