Übersetzungen für „e-rechner“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

be·ˈrech·nen VERB trans

berechnen

berekenen

er hat mir kaum etw berechnet

hij vroeg er maar weinig voor

be·ˈrech·nend [bəˈrɛçnənt] ADJ

berechnend

berekenend

ˈGroß·rech·ner SUBST m COMPUT

Großrechner

mainframe nt

ˈZeich·ner(in) <Zeichners, Zeichner> [ˈ͜ts ͜aiçnɐ] SUBST m(f)

1. Zeichner KUNST:

Zeichner(in)

tekenaar(tekenares) m (f)

2. Zeichner FIN (Unterzeichner):

Zeichner(in)

ondertekenaar(ondertekenares) m (f)

Zeichner(in)

intekenaar(intekenares) m (f)

Un·ter·ˈzeich·ner(in) SUBST m(f) geh

Unterzeichner(in)

ondertekenaar(ondertekenares) m (f)

ˈaus·ge·rech·net [ˈ͜ausgərɛçnət] ADV ugs

ausgerechnet (genau)

precies

ausgerechnet (genau)

juist

ausgerechnet (gerade)

net

ˈTa·schen·rech·ner SUBST m

Taschenrechner

zakrekenmachine

ˈrech·ne·risch [ˈrɛçnərɪʃ] ADJ

1. rechnerisch (durch Rechnen):

rechnerisch

rekenkundig

der rechnerische Wert

de berekende waarde

2. rechnerisch (das Rechnen betreffend):

rechnerisch

wat rekenen betreft

rechnerisch

in rekenen

ˈUr·ein·woh·ner(in) SUBST m(f)

Ureinwohner(in)

oorspronkelijke bewoner(oorspronkelijke bewoonster) m (f)

Ureinwohner(in)

oerbewoner(oerbewoonster) m (f)

Di·gi·ˈtal·rech·ner SUBST m

Digitalrechner

digitale rekenmachine

ˈAn·woh·ner(in) <Anwohners, Anwohner> [ˈanvoːnɐ] SUBST m(f)

Anwohner(in)

aanwonende m en f

Be·ˈwoh·ner(in) <Bewohners, Bewohner> [bəˈvoːnɐ] SUBST m(f)

Bewohner(in)

bewoner(bewoonster) m (f)

ˈTa·ge·löh·ner(in) <Tagelöhners, Tagelöhner> SUBST m(f)

Tagelöhner(in)

dagloner m en f

ˈDorf·be·woh·ner(in) SUBST m(f)

Dorfbewohner(in)

dorpsbewoner(dorpsbewoonster) m (f)

Dorfbewohner(in)

dorpeling(dorpelinge) m (f)