Übersetzungen für „frankomane“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

fran·ko·ˈphil [fraŋkoˈfiːl] ADJ geh

frankophil

francofiel

frankophil

gallofiel

fran·ko·ˈphon [-ˈfoːn] ADJ geh

frankophon

francofoon

frankophon

Franssprekend

Ban·ko·ˈmat® <Bankomaten, Bankomaten> [baŋkoˈmaːt] SUBST m

Bankomat

geldautomaat

Brah·ˈma·ne <Brahmanen, Brahmanen> [braˈmaːnə] SUBST m

Brahmane

brahmaan

ˈdran·kom·men VERB intr unreg ugs

drankommen

aan de beurt komen

her·ˈan·kom·men VERB intr unreg

1. herankommen (herangelangen können):

herankommen

naderen

herankommen

in aantocht zijn

er lässt alles an sich herankommen

hij laat alles maar op zich afkomen

2. herankommen (bis an etw kommen):

herankommen

benaderen

herankommen

in de buurt komen

an die siebzig herankommen

tegen de zeventig lopen

an einen Rekord herankommen

een record benaderen

3. herankommen (gleichwertig sein):

herankommen

evenaren

an jdn ist nicht heranzukommen

iem is ontoegankelijk [o. moeilijk te benaderen]

an jdn ist nicht heranzukommen

iem is niet te bereiken

vor·ˈan·kom·men VERB intr unreg

vorankommen (vorwärtskommen)

vooruitkomen

vorankommen übtr (vonstattengehen)

vorderen

vorankommen übtr (Fortschritte machen)

opschieten

ˈFra·gen·kom·plex SUBST m

Fragenkomplex

complex nt van vragen [o. problemen]

fran·ˈkie·ren [fraŋˈkiːrən] VERB trans

frankieren

frankeren

Ot·to·ˈma·ne¹ <Ottomanen, Ottomanen> [ɔtoˈmaːnə] SUBST m

Ottomane

Ottomaan

Ottomane

Turk

Py·ro·ˈma·ne (-ma·nin) <Pyromanen, Pyromanen> [-ˈmaːnə] SUBST m (f)

Pyromane (-ma·nin)

pyromaan(pyromane) m (f)

Fran·zis·ˈka·ner(in) <Franziskaners, Franziskaner> [fran͜tsɪsˈkaːnɐ] SUBST m(f)

Franziskaner(in)

franciscaan(franciscanes) m (f)

Klep·to·ˈma·ne (Klep·to·ma·nin) <Kleptomanen, Kleptomanen> [klɛptoˈmaːnə] SUBST m (f)

Kleptomane (Klep·to·ma·nin)

kleptomaan(kleptomane) m (f)

Rä·to·ro·ˈma·ne (-ro·ma·nin) <Rätoromanen, Rätoromanen> [rɛtoroˈmaːnə] SUBST m (f)

Rätoromane (-ro·ma·nin)

Reto-Romaan(Reto-Romaanse) m (f)

Fran·ˈzo·se <Franzosen, Franzosen> [franˈ͜tsoːzə] SUBST m

1. Franzose:

Franzose

Fransman

2. Franzose TECH:

Franzose

verstelbare schroefsleutel

frank [fraŋk] ADV

frank

frank

frank und frei

frank en vrij

ˈFran·ke (Frän·kin) <Franken, Franken> [fraŋkə] SUBST m (f) HIST

Franke (Frän·kin) (Mitglied des germanischen Volksstamms)

Frank(Frankische) m (f)

ˈFran·ken¹ <Frankens, Franken> [ˈfraŋkn̩] SUBST m (Währung)

Franken

Zwitserse frank

Wissensecke: Fränkische Wörter