Übersetzungen für „substanzsteuer“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈUm·satz·steu·er SUBST f WIRTSCH

Umsatzsteuer

omzetbelasting

sub·stan·ti·ˈvie·ren [zʊpstantiˈviːrən] VERB trans LING

substantivieren

substantiveren

substantivieren

tot een zelfstandig naamwoord maken

ˈAus·steu·er SUBST f meist Sg

Aussteuer

uitzet m of nt

Aussteuer

bruidsschat

ˈTa·bak·steu·er SUBST f

Tabaksteuer

tabaksaccijns

ˈQuel·len·steu·er SUBST f WIRTSCH

Quellensteuer

bronbelasting

Sub·ˈstanz <Substanz, Substanzen> [zʊpˈstan͜ts ] SUBST f meist Sg geh

Substanz (Material)

substantie

Substanz PHILOS (Essenz)

wezen nt

Substanz PHILOS (Essenz)

stof

Substanz PHILOS (Essenz)

kern

Substanz ugs WIRTSCH

vermogen nt

Substanz ugs WIRTSCH

waarde

an jds Substanz zehren ugs

iem niet in zijn koude kleren gaan zitten

jetzt geht(')s aber an die Substanz ugs

nu gaat [o. moet] het mes er toch dieper in

jetzt geht(')s aber an die Substanz ugs

nu wordt er toch een centrale zenuw geraakt

die Substanz angreifen ugs

zijn kapitaal aanspreken

die bauliche Substanz

de voorhanden gebouwen [o. bebouwing]

die graue/weiße Substanz MED

de grijze/witte stof

ˈSub·stan·tiv <Substantivs, Substantive> [ˈzʊpstantiːf, zʊpstanˈtiːf, -tiːvə, -ˈtiːvə] SUBST nt

Substantiv

substantief nt

Substantiv

zelfstandig naamwoord nt

Wissensecke: Deklination im Deutschen

sub·sti·tu·ˈie·ren [zʊpstituˈiːrən] VERB trans

substituieren

substitueren

substituieren

vervangen

ˈLohn·steu·er SUBST f

Lohnsteuer

loonbelasting

ˈLu·xus·steu·er SUBST f

Luxussteuer

weeldebelasting

ˈGrund·steu·er SUBST f

1. Grundsteuer:

Grundsteuer

grondbelasting

Grundsteuer

grondlasten

2. Grundsteuer:

Grundsteuer

onroerendgoedbelasting

Grundsteuer

onroerendezaakbelasting

Er·trags·steu·er SUBST f WIRTSCH

Ertragssteuer

opbrengstbelasting

ˈKir·chen·steu·er SUBST f

Kirchensteuer

kerkelijke belasting