Übersetzungen für „wegpusten“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈweg·tre·ten¹ VERB intr unreg

1. wegtreten:

wegtreten

(een stapje) achteruitgaan

2. wegtreten MILIT:

wegtreten

inrukken

weg(ge)treten!

ingerukt, mars!

(geistig) weggetreten ugs übtr

afwezig (met zijn gedachten)

(geistig) weggetreten ugs übtr

er niet bij (met zijn hoofd)

ˈpus·ten¹ [ˈpuːstn̩] VERB intr

1. pusten ugs (ausatmen):

pusten

blazen

pusten

ademen

auf etw pusten übtr

lak aan iets hebben

der Autofahrer musste pusten

de chauffeur moest in het blaaspijpje blazen (voor de alcoholcontrole)

2. pusten ugs (blasen, wehen):

pusten

blazen

pusten

(hard) waaien

3. pusten ugs (keuchen):

pusten

hijgen

pusten

buiten adem zijn

ˈReiz·hus·ten SUBST m

Reizhusten

prikkelhoest

Reizhusten

kriebelhoest

ge·ˈlüs·ten [gəˈlʏstn̩] VERB unpers geh

gelüsten

zin hebben

gelüsten

begeren

es gelüstet mich nach etw

ik heb zin in iets

es gelüstet mich nach etw

ik heb trek in iets

ver·ˈwüs·ten [fɛɐ̯ˈvyːstn̩] VERB trans

verwüsten

verwoesten

verwüsten

vernielen

ˈKeuch·hus·ten SUBST m

Keuchhusten

kinkhoest

ˈweg·schüt·ten VERB trans

1. wegschütten:

wegschütten

weggieten

2. wegschütten:

wegschütten

weggooien

ˈWett·rüs·ten SUBST nt

Wettrüsten

bewapeningswedloop

Wettrüsten

wapenwedloop

ˈKrampf·hus·ten SUBST m

Krampfhusten

kramphoest

Krampfhusten

kinkhoest

Einsprachige Beispiele (nicht von der PONS Redaktion geprüft)

Deutsch

Die Angriffe auf Menschen resultieren meistens aus falschem Verhalten gegenüber den Tieren (nach ihnen schlagen, wegpusten oder sie zertreten).

de.wikipedia.org