Übersetzungen für „Verbeter“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ver·ˈbie·ten¹ [fɛɐ̯ˈbiːtn̩] VERB trans unreg

verbieten

verbieden

verbieten

niet toestaan

jdm das Haus verbieten

iem de toegang tot het huis ontzeggen

ver·ˈbrei·tern² [-tɐn] VERB refl

verbreitern

breder worden

verbreitern

zich verbreden

ver·be·ˈam·ten [fɛɐ̯bəˈamtn̩] VERB trans

1. verbeamten:

verbeamten

(tot) ambtenaar maken

2. verbeamten:

verbeamten

verambtelijken

verbeamten

bureaucratiseren

ver·ˈbes·sern¹ [fɛɐ̯ˈbɛsɐn] VERB trans

1. verbessern (besser machen):

verbessern

verbeteren

verbessern

beter maken

2. verbessern (korrigieren):

verbessern

verbeteren

verbessern

corrigeren

ver·ˈbit·tern¹ [fɛɐ̯ˈbɪtɐn] VERB intr

verbittern

verbitteren

verbittern

bitter [o. verbitterd] worden

ver·ˈber·gen² [fɛɐ̯ˈbɛrgn̩] VERB refl unreg

verbergen

zich verbergen

verbergen

schuilgaan

sich hinter jdm verbergen

zich achter iem verbergen [o. verschullen]

ver·ˈbeu·gen [fɛɐ̯ˈb͜ɔygn̩] VERB refl

verbeugen

een buiging maken

verbeugen

buigen

verbeugen

nijgen

Ver·ˈmie·ter(in) <Vermieters, Vermieter> SUBST m(f)

Vermieter(in)

verhuurder(verhuurster) m (f)

Vermieter(in)

huisbaas(huisbasin) m (f)

Vermieter(in)

hospes(hospita) m (f)

Ver·ˈtre·ter(in) <Vertreters, Vertreter> [fɛɐ̯ˈtreːtɐ] SUBST m(f)

1. Vertreter (Stellvertreter):

Vertreter(in)

vervanger(vervangster) m (f)

Vertreter(in)

waarnemer(waarneemster) m (f)

2. Vertreter (Repräsentant):

Vertreter(in)

vertegenwoordiger(vertegenwoordigster) m (f)

Vertreter(in)

representant(representante) m (f)

3. Vertreter (Handelsvertreter):

Vertreter(in)

vertegenwoordiger

Vertreter(in)

agent(agente) m (f)

Vertreter(in)

reiziger(reizigster) m (f)

4. Vertreter (Verfechter):

Vertreter(in)

aanhanger(aanhangster) m (f)

Vertreter(in)

voorvechter(voorvechtster) m (f)

Vertreter(in)

verdediger(verdedigster) m (f)